PKN
Protestantse gemeente te 's-Heer Hendrikskinderen
 

zondag 27 februari 2022 om 10.00 uur

Zondagse eredienst
Voorganger(s): Mw J. Blankenstijn te Veere
Tekst(en): Lezing OT: Jeremia 7: 1-11 NBV door lector en Lezing: Lukas 6: 39-49 (NBV)
Ouderling(en): Hr. Henk Baas en lector Mw. Conny Louwerse
Organist: Hr. Bert Alderliesten

Orgelspel

Welkom
(we gaan staan)

Beginlied: 275: 1, 2, 3  Heer onze Heer hoe zijt gij aanwezig
Moment van stilte
Bemoediging en Groet:
voorganger:                Onze hulp is de Naam van de Heer,
                                    die hemel en aarde gemaakt heeft
                                    Hij is voor ons een barmhartige Vader
                                    En tot in eeuwigheid duurt zijn trouw
gemeente:                   ONZE HULP IS DE NAAM VAN DE HEER,
                                    EN TOT IN EEUWIGHEID DUURT ZIJN TROUW
voorganger:                Genade zij u en vrede van God, onze Vader
                                    en van Jezus Christus, onze HEER!
Gemeente:                  AMEN

Zingen Lied 275: 4 en 5 Gij zijt in alles diep verscholen
(We gaan zitten)

Gebed om ontferming, na ’zo bidden wij’: 367b Heer onze Heer, ontferm u over ons (2 of 3 x)
Loflied lied 305 Alle eer en alle glorie
Gebed voor de opening van de Bijbel
Kinderen gaan naar de kindernevendienst, we zingen lied 285 Het licht is ons voorgegaan


Lezing OT: Jeremia 7: 1-11 NBV door lector
1De HEER richtte zich tot Jeremia: 2‘Ga in de tempelpoort staan en verkondig deze boodschap: Luister naar de woorden van de HEER, Judeeërs; luister, jullie die door deze poorten naar binnen gaan om de HEER te vereren. 3Dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël: Beter je leven, dan mogen jullie in dit land blijven wonen. 4Vertrouw niet op die bedrieglijke leus: “Dit is de tempel van de HEER! De tempel van de HEER! De tempel van de HEER!” 5 Als jullie je leven werkelijk beteren, als jullie elkaar rechtvaardig behandelen, 6vreemdelingen, wezen en weduwen niet onderdrukken, in dit land geen onschuldig bloed vergieten en niet achter andere goden aan lopen, jullie onheil tegemoet, 7dan mogen jullie hier blijven wonen, in dit land dat ik jullie voorouders gegeven heb. Zo is het altijd geweest, zo zal het dan altijd zijn. 8Maar jullie vertrouwen op die bedrieglijke leus, en dat zal je niet baten. 9Jullie stelen, moorden, plegen overspel en meineed, branden wierook voor Baäl en lopen achter andere goden aan, die jullie eerst niet kenden. 10En toch durven jullie, terwijl jullie al die gruweldaden plegen, voor mij te verschijnen in deze tempel, het huis waaraan mijn naam verbonden is, met de gedachte: Ons kan niets gebeuren! 11 Denken jullie soms dat het huis dat mijn naam draagt een rovershol is? Ik zie wel degelijk wat jullie doen – spreekt de HEER.

Zingen: Psalm 146: 3, 4 en 5

Lezing: Lukas 6: 39-49 (NBV)
39Hij sprak ook in gelijkenissen tegen hen: ‘Kan de ene blinde de andere blinde leiden? Vallen ze dan niet beiden in een kuil? 40Een leerling staat niet boven zijn leermeester; pas als iemand zich alles heeft eigen gemaakt, zal hij de gelijke zijn van zijn leermeester.
41Waarom kijk je naar de splinter in het oog van je broeder of zuster, terwijl je de balk in je eigen oog niet opmerkt? 42Hoe kun je tegen hen zeggen: “Laat mij de splinter in je oog verwijderen,” terwijl je de balk in je eigen oog niet ziet? Huichelaar, verwijder eerst de balk uit je eigen oog, pas dan zul je scherp genoeg zien om de splinter in het oog van je broeder of zuster te verwijderen.
43Een goede boom brengt geen slechte vruchten voort, en evenmin brengt een slechte boom goede vruchten voort. 44Elke boom kun je aan zijn vruchten kennen, want van distels pluk je geen vijgen en van doornstruiken geen druiven. 45Een goed mens brengt uit de goede schatkamer van zijn hart het goede voort, maar een slecht mens brengt uit zijn slechte schatkamer het kwade voort; want waar het hart vol van is daar loopt de mond van over.
46Waarom roepen jullie “Heer, Heer” tegen mij, maar doen jullie niet wat ik zeg? 47Ik zal jullie vertellen op wie degene lijkt die bij me komt, naar mijn woorden luistert en ernaar handelt: 48hij lijkt op iemand die bij het bouwen van zijn huis een diep gat groef en het fundament op rotsgrond legde. Toen er een overstroming kwam, beukte het water tegen het huis, maar het stortte niet in omdat het degelijk gebouwd was. 49Wie wel naar mijn woorden luistert maar niet doet wat ik zeg, lijkt op iemand die een huis bouwde zonder fundament, zodat het meteen instortte toen het water ertegen beukte en er alleen een bouwval overbleef.’

Zingen: Lied  534 Hij die de blinden weer liet zien
Overdenking
Orgelspel
Zingen lied 973 Om voor elkaar te zijn uw oog en oor

De kinderen komen terug
Dankgebed, voorbeden, stil gebed, gezamenlijk Onze Vader
Slotlied 418 God schenk ons de kracht
Zegen met gezongen amen, lied 431a
 

terug
 
-
meer
 
-
 

 
 
 
 
  Protestantsekerk.net is een samenwerking tussen de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland en Human Content Mediaproducties B.V.