PKN
Protestantse gemeente te 's-Heer Hendrikskinderen
 

zondag 25 november 2018 om 10.00 uur

Gedachtenisdienst van de overledenen
Voorganger(s): Ds. M. Staudt
Ouderling(en): Mw. C. van der Peijl die ook lector is
Organist: Hr. B. Abrahamse

Gedachtenisdienst voor de overledenen
zondag 25 november 2018
Protestantse gemeente ’s-Heer Hendrikskinderen

Waarom zou ik uit je gedachten zijn? 
Omdat je me niet meer ziet? 
Nee, ik ben niet ver, juist aan de andere kant van de weg. 
Zie je, alles is goed. 
Je zult mijn hart opnieuw ontdekken en er de tederheid terugvinden.

 

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Wij zingen (staande): Psalm 107: 1, 14
 
 1   Gods goedheid houdt ons staande
  zolang de wereld staat!
  Houdt dan de lofzang gaande
  voor God die leven laat.
  Al wie, door Hem bevrijd
  uit ongastvrije streken,
  naar huis werd heengeleid,
  zal van zijn liefde spreken.
 
14   Als gij zijt aangekomen
  en 't anker vallen laat,
  zingt mee het lied der vromen,
  hoort hun beproefde raad;
  God die de wereld schiep
  gaf u de goede rede,
  looft Hem die 't water riep
  en op de zee kan treden.

Bemoediging en groet

V:     Onze hulp …
V:     De Heer is met u allen!
G:    ZIJN VREDE IS MET U!
(allen gaan zitten)

Gebed om ontferming

Loflied: Psalm 107:15
 
15   Laat ons nu voor den Here
  zijn goedertierenheid
  toezingen en vereren
  de God die ons bevrijdt.
  Want wie zijn hulp verlangt,
  Hem aanroept in gebeden,
  verlost Hij uit de angst
  en leidt Hij tot den vrede.

Met de kinderen als zij naar de kindernevendienst gaan, zingen wij:
1 Wij gaan voor even uit elkaar
   en delen nu het licht.
   Dat licht vertelt ons iets van God:
   op hem zijn wij gericht.

2  Wij geven Gods verhalen door
    en wie zich openstelt
    ervaart misschien een beetje licht
    door wat er wordt verteld.

3  Straks zoeken wij elkaar weer op
    en elk heeft zijn verhaal.
    Het licht verbindt ons met elkaar:
    het is voor allemaal.

Gebed bij de opening van de Schrift

1e lezing: Micha 7:14-20

Wij zingen: Lied 755

1. Toch overwint eens de genade,
    en maakt een einde aan de nacht.
    Dan onderwerpt de Heer het kwade,
    dan is de strijd des doods volbracht.
    De wereld treedt in 's Vaders licht,
    verheerlijkt voor zijn aangezicht.

2  O welk een vreugde zal het wezen,
    als Hem elk volk is toegedaan.
    Uit aard' en hemel opgerezen,
    vangt dan het nieuwe loflied aan,
    als ieder voor de Heer zich buigt
    en aller stem Gods lof getuigt.

2e lezing: Johannes 14:1-10

Wij zingen: Lied 539a

U Komt de lof toe, U het gezang,
U alle glorie,
o Vader, o Zoon, o Heilige Geest,
in alle eeuwen der eeuwen

Overdenking

Orgelspel
(intussen komen de kinderen terug uit de kindernevendienst)

GEDACHTENIS

Rutger Kopland schreef een gedicht dat bij veel mensen iets doet trillen. Er is het dubbele: wachten de achterblijvers of wachten ze niet? In elk geval blijft de verbondenheid.

Weggaan

Weggaan is iets anders dan het huis uitsluipen
zacht de deur dichttrekken
achter je bestaan en niet
terugkeren. Je blijft
iemand op wie wordt gewacht.


Weggaan kun je beschrijven als
een soort van blijven. Niemand
wacht want je bent er nog.

Niemand neemt afscheid
want je gaat niet weg.


Wij zingen: Lied 807: 1, 2, 3, 4

1      Een mens te zijn op aarde
        is eens voorgoed geboren zijn
        is levenslang geboortepijn.
        Een mens te zijn op aarde
        is leven van de wind.

2      De bomen hebben wortels
        de bomen mogen stevig staan
        maar mensen moeten verder gaan.
        De bomen hebben wortels
        maar mensen gaan voorbij.

3      De vossen hebben holen
        de mensen weten heg noch steg
        zijn altijd naar hun huis op weg.
        De vossen hebben holen
        maar wie is onze weg?

4      De mensen hebben zorgen
        het brood is duur, het lichaam zwaar
        en wij verslijten aan elkaar.
        Wie kent de dag van morgen?
        De dood komt lang verwacht.

We ontsteken een kaars voor hen die in het afgelopen jaar in onze gemeente overleden (nadat een naam genoemd is, steekt een familielid, partner of andere nabestaande dan wel de ouderling de kaars aan):

Carla Harinck-de Pan                      overleden 29 november 2017

Piet Rijn                                            overleden 2 maart 2018

Leen Hollestelle                               overleden 8 maart  2018

Dieneke de Nood-van der Waart    overleden  5 mei 2018

Hans Monteny                                 overleden 29 mei 2018

Martien Rouw                                  overleden 24 augustus 2018

Wij zingen: Lied 807: 5, 6

5      Een mens te zijn op aarde
        is pijnlijk begenadigd zijn
        en zoeken, nooit verzadigd zijn,
        is rusten in de aarde
        als alles is volbracht.

6      Hoe zullen wij volbrengen
        wat door de eeuwen duren moet
        een mens te zijn die sterven moet?
        Wij branden van verlangen
        tot alles is voltooid.

We ontsteken een kaars voor een of meer gestorvenen die wij willen gedenken. Ieder krijgt de gelegenheid zelf een lichtje te ontsteken.

We ontsteken een kaars voor allen die te vroeg stierven in een ongastvrije, wrede wereld:
door oorlog, burgeroorlog, terreur;
door natuurgeweld of een ongeluk
of doordat niemand zich om hen bekommerde.
Al kennen wij hen niet bij name, wij willen hen gedenken.
Zij waren voor leven en liefde bestemd.
God vergeet hen niet.

De kaars wordt aangestoken.

Gezongen wordt: Lied 247: 1, 2, 3, 4

1      Blijf mij nabij, wanneer het duister daalt.
        De nacht valt in, waarin geen licht meer straalt.
        Andere helpers, Heer, ontvallen mij.
        Der hulpelozen hulp, wees mij nabij.

2      Wees bij mij, nu de dag ten einde spoedt.
        Alles verdoft wat glans bezat en gloed.
        Alles vervalt in 't wisselend getij,
        maar Gij die eeuwig zijt, blijf mij nabij.

3      U heb ik nodig, uw genade is
        mijn enig licht in nacht en duisternis.
        Wie anders zal mijn leidsman zijn dan Gij?
        In nacht en ontij, Heer, blijf mij nabij.

4      Ik vrees geen kwaad, want bij mij is de Heer.
        Tranen en leed zijn nu niet bitter meer.
        Waar is uw prikkel, dood, wat dreigt ge mij?
        Ik triomfeer, mij is de Heer nabij.

Dankgebed en voorbeden
afgesloten met stil gebed
en het gemeenschappelijk Onze Vader

Inzameling van de gaven

(allen gaan staan voor het slotlied en de zegen)

Slotlied: Lied 727: 1, 2, 3, 10

1    Voor alle heil’gen in de heerlijkheid
      die U beleden in hun aardse strijd,
      zij uw naam lof, o Jezus t’allen tijd.
      Halleluja, halleluja!

2    Gij waart hun rots, hun burg en al hun macht;
      Gij, Heer, hun loods en licht in storm en nacht;
      Gij hebt uw pelgrims veilig thuis gebracht.
      Halleluja, halleluja!
3    Maak al uw strijders in dit aards gevecht
      moedig als hen wier pleit reeds werd beslecht
      tot aan de tijd die Gij hebt toegezegd.
      Halleluja, halleluja!

10  Van alle einders, van de verste kust
      zullen zij vinden vrede, feest en rust
      U lovend, Vader, Zoon, Heilige Geest!
      Halleluja, halleluja!

Zegen

Beantwoord met drievoudig:
AMEN


 

terug
 
 
  Protestantsekerk.net is een samenwerking tussen de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland en Human Content Mediaproducties B.V.